Welke maat je het beste kunt kiezen, hangt af van hoe diep je baarmoedermond ligt. Dit kun je checken onder de douche, als je handen schoon zijn. Je baarmoedermond voelt als een kleine, een beetje harde bobbel die terugveert bij aanraking. Als je met slechts één vingerkootje diep je baarmoedermond al voelt, dan is je baarmoedermond laag, rond je tweede vingerkootje is gemiddeld. Komt je vinger nog dieper dan dat, dan ligt je baarmoedermond wat hoger. Dit kun je het beste elke dag van je menstruatie checken, zodat je het laagste punt kunt bepalen. Hoe hoger je baarmoedermond ligt, hoe groter de cup moet zijn om goed te passen. Cupmaat 1 is 56 mm lang, en heeft een diameter van 42 mm. Cupmaat 2 is wat langer, met 58 mm, en is 48 mm breed.
Ook de inhoud speelt een rol. Als je een heftige menstruatie hebt, kun je het beste kiezen voor een cup met wat meer inhoud. Dan hoef je ‘m minder vaak te legen. De cup in maat 1 heeft een inhoud van 22 ml en in maat 2 past 38 ml bloed.